De heer Vincent Lambert is overleden. Als verantwoordelijken voor de verschillende religies in de stad Reims bidden we voor onze stadgenoot. We doen dat al jaren, met veel van onze landgenoten die diep getroffen zijn door zijn lot. De bevelen hem aan bij de levende en barmhartige God, bij Hem die de mensen vanuit de dood tot het leven roept. We bidden voor de vrouw en de dochter van de heer Vincent Lambert, voor zijn ouders, zijn broers en zusters en voor al de zijnen. Dat zij door hun verdriet heen troost en hoop mogen vinden. Wij spreken tegenover hen ons broederlijk medegevoel uit.
We denken vandaag intens aan hen die de zorg voor de heer Lambert hadden: de artsen en de afdelingsmedewerkers van het ziekenhuis van Reims, en ook de advocaten en rechters die tot taak hadden helderheid te brengen in de situatie van de heer Lambert.
De situatie van de heer Lambert was eenmalig. De besluiten, die met betrekking tot hem genomen zijn, kunnen dus niet als zodanig worden overgenomen voor gevallen die schijnbaar gelijkaardig zijn. Gezien de debatten die hebben plaatsgevonden menen wij dat het nuttig is om de volgende punten naar voren te brengen in het licht van ons geloof in een God die schepper is en het leven geeft:
- We erkennen zonder terughoudendheid dat het eigen is aan de waardigheid van ieder menselijk wezen om af te zien van een behandeling die geacht wordt nutteloos, of niet geproportioneerd te zijn of die het risico inhoudt dat zij een toestand van nog meer lijden kan veroorzaken, zolang als een dergelijk besluit het leven van niemand anders in gevaar brengt;
- Wij menen dat het voor mensen mogelijk is elkaar te ondersteunen, elkaar te helpen, elkaar te begeleiden tijdens de meest pijnlijke momenten van het leven, zodat geen enkele burger in de verleiding komt om van de maatschappij te eisen dat zij zijn dood veroorzaakt;
- Wij zouden onze medeburgers eraan willen herinneren dat het feit dat iemand van anderen afhankelijk wordt voor verzorging of voor de handelingen van het gewone dagelijkse leven niet betekent dat deze persoon zijn waardigheid verliest; we willen ons ervoor inzetten om bij te dragen tot een opwekking tot toewijding, edelmoedigheid en solidariteit voor personen die afhankelijk zijn, op grond van welke oorzaak dan ook en ook bij hun naasten die de verantwoordelijkheid voor de zorg dragen, hen die men tegenwoordig de ’mantelzorgers’ noemt;
- We willen allen danken die hebben bijgedragen aan het nadenken over de situatie van het levenseinde en over de uitzonderlijke situatie van mensen die zich in een toestand van zeer geringe communicatiemogelijkheid bevinden, die noch helemaal vallen in de categorie van zieken, noch geheel in die van de mensen met een handicap. Zonder twijfel is nog medisch en filosofisch onderzoek nodig om hen op de beste manier te begeleiden. Een overweging aangaande de de praktijk van de reanimatie lijkt ons eveneens noodzakelijk. Het lijkt ons van groot belang dat verstandige en diepgaande discussies over deze medische en ethische kwesties worden voortgezet.
- Wij geven uitdrukking aan ons vertrouwen in de artsen van ons land. Ons gemeenschappelijk vertrouwen in hun wetenschappelijke en menselijke capaciteiten is noodzakelijk opdat zij kunnen voortgaan met het nemen van de beste en meest wijze beslissingen, door in waarheid met de personen, die aan het einde van hun leven staan, in gesprek te gaan of met de naasten van hen die niet meer in staat zijn tot communiceren.
- Omdat wij in het eeuwige leven geloven, verklaren we dat het leven van de mens veel meer is dan het lichamelijke leven, maar zich nu eenmaal wel afspeelt in de lichamelijke situatie. Wij willen onze diepe verbondenheid uitdrukken met al diegenen die hun naasten in beproeving bijstaan met fijngevoeligheid, edelmoedigheid, zonder iets terug te verwachten, in vreugde over hun lichamelijke aanwezigheid. We willen nogmaals onze dankbaarheid uitspreken aan het medische en verpleegkundige personeel van onze ziekenhuizen.
Ons land heeft zich tot nu toe moeite gegeven om een juiste weg te vinden om mensen aan het einde van hun leven en zij, die gedeeltelijk of geheel verstoken zijn van het vermogen tot communiceren, te begeleiden in de sterk technologische context waarin we leven.
We wensen dat ons land steeds meer een zorg zal weten te ontwikkelen die in staat is de therapeutische vooruitgang, de palliatieve zorg, een echte relationele beschikbaarheid van het verplegend personeel en een samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers tot een geheel te maken alsook een maatschappelijke zorg die in staat is om uitgesloten en verlaten personen op te nemen, opdat voor allen een samenleving in solidariteit en broederschap kan worden zeker gesteld.
Ondertekenaars:
Rabbijn Amar, Reims
Aomar Bendaoud, imam van de Grote Moskee van Reims
Dominee Xavier Langlois, van de Verenigde Protestantse Kerk te Reims
Dominee Pasca Geoffroy, van de Verenigde Protestantse Kerk te Reims
+ Eric de Moulins-Beaufort, aartsbisschop van Reims
+ Bruno Feillet, hulpbisschop van Reims
Vertaling uit het Frans: dr. J.A. Raymakers