Persbericht NIVEL, 17 september 2007
In 2006 nam de toepassing van palliatieve sedatie bij terminale patiënten iets toe evenals het aantal verzoeken om euthanasie.
Huisartsen melden dat palliatieve sedatie bij minder dan 8% van de mensen die overlijden wordt toegepast, vooral bij mensen met kanker en meerdere onbehandelbare symptomen tegelijkertijd. Dit blijkt uit de Continue Morbiditeits Registratie (CMR) waarmee het NIVEL bijhoudt hoe vaak een aantal ziekten, gebeurtenissen en verrichtingen voorkomen in Nederlandse huisartsenpraktijken. In 2006 werden palliatieve sedatie en euthanasie ongeveer even vaak als serieuze optie besproken. Ruim eenderde van de patiënten die palliatieve sedatie kregen, had ook een euthanasieverzoek ingediend. Euthanasie werd iets minder vaak toegepast. De behandeling met palliatieve sedatie is in 2006 wel iets toegenomen maar wordt niet op grote schaal uitgevoerd.
Niet leeftijdgebonden
De overgrote meerderheid (81%) van de patiënten bij wie palliatieve sedatie wordt toegepast, heeft kanker. Meestal (bij 71%) wordt deze vorm van sedatie gebruikt bij meerdere symptomen, zoals onbehandelbare pijn, benauwdheid en angst. Een minderheid van de patiënten krijgt de behandeling bij maar één symptoom. De toepassing is niet leeftijdgebonden, palliatieve sedatie wordt ook toegepast bij jonge mensen. In bijna alle gevallen is het besluit genomen in overleg met de patiënt en de familie. Voor behandelaar en patiënt is het een extra keuzemogelijkheid voor menswaardig sterven bij een combinatie van onbehandelbare symptomen. Er zijn geen aanwijzingen dat palliatieve sedatie euthanasie vervangt.
CMR
De Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het NIVEL vormen een representatieve groep van 56 Nederlandse huisartsen in 44 praktijken. Hun patiëntenpopulatie bestrijkt ongeveer 0,8% van de Nederlandse bevolking en is representatief naar regio en naar verdeling over stad en platteland. De peilstation-huisartsen rapporteren wekelijks (waardoor trends zeer snel zichtbaar worden) of op jaarbasis over het vóórkomen van een aantal ziekten, gebeurtenissen en verrichtingen die in routine-registraties ontbreken en daarin niet gemakkelijk zijn op te nemen. De CMR-peilstations bestaan sinds 1970. De meeste registraties lopen over meerdere jaren.