Vijfde catechese in de reeks over de zeven gaven van de Heilige Geest: Kennis
21 mei 2014
Paus Franciscus
Geliefde broers en zussen, goede dag.
Vandaag zou ik schijnwerper willen richten op een andere gave van de Heilige Geest, de gave van kennis. Wanneer over kennis gesproken wordt, denkt men onmiddellijk aan het vermogen van de mens om altijd beter de werkelijkheid die hem omgeeft te kennen en de wetten te ontdekken die de natuur en het heelal ordenen. De kennis die van de Heilige Geest komt, beperkt zich echter niet tot de menselijke kennis: het is een bijzondere gave, die ons ertoe brengt, via de schepping, de grootheid en de liefde van God en zijn diepe verbondenheid met elk schepsel, te vatten.
1. Wanneer onze ogen door de Heilige Geest verlicht worden, openen ze zich voor de contemplatie van God in de schoonheid van de natuur en in de grootsheid van de kosmos en ze brengen ons tot de ontdekking hoe alles van Hem en van zijn liefde spreekt. Dit alles wekt in ons een grote verbazing en een diep gevoel van dankbaarheid! Het is het gevoel dat we ook ervaren wanneer we tot bewondering komen voor een kunstwerk of voor een wonderbaarlijke vrucht van het genie en van de creativiteit van de mens. Ten overstaan van dit alles brengt de Geest ons ertoe de Heer uit het diepst van ons hart te loven en in alles wat we hebben en zijn, een onschatbare gave van God en een teken van zijn oneindige liefde voor ons te erkennen.
2. In het eerste hoofdstuk van het boek Genesis, dus werkelijk aan het begin van heel de Bijbel, wordt benadrukt dat God behagen heeft in zijn schepping door herhaaldelijk de schoonheid en de goedheid van elk schepsel te onderlijnen. Aan het eind van elke scheppingsdag staat geschreven: “God zag dat het goed was” (Gen. 1, 12.18.21.25). Als God ziet dat elk schepsel goed en schoon is, dan moeten ook wij diezelfde houding aannemen en zien dat elk schepsel goed en schoon is. Het is de gave van kennis die ons deze schoonheid doet zien, daarom ook loven we God en danken Hem omdat Hij ons zoveel schoonheid geschonken heeft. En wanneer God de schepping van de mens voltooide wordt niet gezegd: “Hij zag dat het goed was”, maar Hij zei dat het “zeer goed” was (Gen. 1, 31). In de ogen van God zijn wij het mooiste, het grootste en het beste van heel de schepping. Zelfs de engelen komen na ons, wij zijn meer dan de engelen, zoals we horen in het Boek der Psalmen. De Heer houdt van ons! We moeten Hem daarvoor danken. De gave van kennis brengt ons tot diepe overeenstemming met de Schepper en helpt ons deelhebben aan de helderheid van zijn blik en van zijn oordeel. Het is vanuit dit gezichtspunt dat we kunnen vatten dat man en vrouw het toppunt van de schepping zijn, als de voltooiing van een plan van liefde dat in elk van ons geprent is en dat ons elkaar als broers en zussen doet erkennen.
3. Dit alles is motief voor rust en vrede en maakt van de Christen een blije getuigen van God, in het spoor van Sint Franciscus van Assisi en van vele heiligen die, door de contemplatie van de schepping ertoe kwamen God te loven en zijn liefde te bezingen. Tegelijk helpt de gave van kennis ons ook niet te vervallen in een aantal overdrijvingen of verkeerde houdingen. De eerst bestaat in het gevaar dat we ons als eigenaars van de schepping gaan gedragen. De schepping is geen eigendom waarover van we believen de baas kunnen spelen; en zeker is ze geen eigendom van slechts enkelen, van weinigen. De schepping is een schitterend geschenk dat God ons gegeven heeft om er zorg voor te dragen en te gebruiken ten bate van allen, met niet aflatende eerbied en dankbaarheid. De tweede verkeerde houding bestaat in de bekoring om bij de schepselen te blijven stilstaan, alsof zij op al onze verwachtingen het antwoord kunnen zijn. Met de gave van kennis helpt de Geest ons deze vergissing niet te begaan.
Maar ik wil terugkomen op de eerste verkeerde weg: de baas spelen over de schepping in plaats van haar te behoeden. We moeten de schepping behoeden omdat ze een geschenk van God is, het geschenk van God aan ons; wij zijn de behoeders van de schepping. Als we de schepping uitbuiten, vernietigen we het teken van de liefde van God. De schepping vernietigen is aan God zeggen “ik houd er niet van”. En dat is niet goed: dat is de zonde.
De schepping behoeden, is eigenlijk de gave van God behoeden en aan God zeggen: “Dank, ik ben hoeder van de schepping om haar vooruit te doen gaan, nooit om Uw geschenk te vernietigen”. Dit moet onze houding tegenover de schepping zijn: haar behoeden want, als wij de schepping vernietigen, zal de schepping ons vernietigen. Vergeet dit niet. Eens was ik op het platteland en hoorde ik de uitspraak van een eenvoudige mens die van bloemen hield en er voor zorgde. Hij zei me: “We moeten deze mooie dingen die God ons geschonken heeft behoeden. De schepping is er voor ons opdat we er goed gebruik van zouden maken, niet om haar uit te buiten maar om haar te behoeden, want God vergeeft altijd, wij mensen vergeven af en toe, maar de schepping vergeeft nooit en als jij haar niet behoedt zal zij je vernietigen”.
Dit moet ons tot nadenken stemmen en ons aan de Heilige Geest de gave van kennis doen vragen om goed te verstaan dat de schepping het mooiste geschenk van God is. Hij heeft zoveel goede dingen gemaakt voor het beste dat er is en dat is de menselijke persoon.
Overgenomen met toestemming van RK Documenten.nl
Bekijk dit document in de context van andere R.K. documenten op de website van RK Documenten.nl