Ruimte voor gewetensbezwaarde ambtenaren

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 30 november 2011
door Peter Schalk, Raad van Bestuur RMU

In Nederland wil een politieke meerderheid haar wil opleggen aan een minderheid. Over een onnodige zaak: de weigerambtenaar.

Onlangs is Nederland een paar keer opgeschrikt. Eerst doordat in Amsterdam 2 van de 478 ambtenaren van de burgerlijke stand geen homostelletjes willen trouwen. Tjonge zeg, nu zijn er nog maar 476 over die dat wel willen. Rechtsongelijkheid, verschrikkelijk. En vervolgens is bekend geworden dat er in Groningen ook een paar gewetensbezwaarde ambtenaren zijn. Opnieuw, vreselijk, ontslag is nodig. Niet op staande voet, want dat kan niet, maar wel als hun contract afloopt. Intussen heeft de gemeente Den Haag gemeend een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand te moeten ontslaan, in verband met het feit dat hij heeft aangegeven geen huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht te kunnen sluiten.

Is de situatie nu echt zo ernstig dat alle gewetensbezwaarde ambtenaren moeten verdwijnen, zoals door de motie Van Gent (Groen Links) aan de regering is gevraagd? Volgens de RMU, een vakorganisatie in de gereformeerde gezindte, is er alle reden om in verweer te komen. De ontslagen ambtenaar uit Den Haag krijgt juridische ondersteuning en de RMU een oproep gedaan aan alle gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand om zich te melden. Binnen een week waren er ruim 75 aanmeldingen.

Wat is er eigenlijk aan de hand? De samenleving vindt het blijkbaar maar niets als je op het standpunt staat dat God het huwelijk bedoeld heeft als een unieke verbintenis tussen één man en één vrouw. Vandaar dat het zogenaamde homohuwelijk in Nederland wettelijk werd ingevoerd. Destijds werd wel direct onderkend dat er ambtenaren van de burgerlijke stand zijn die vanuit hun geloofsovertuiging hieraan niet kunnen meewerken. De toenmalige staatssecretaris Cohen gaf aan dat gemeenten dat praktisch op konden lossen, en dat is dan ook zo gebeurd.

Inmiddels is wel duidelijk geworden dat de maatschappij geen boodschap meer heeft aan die praktische oplossing van Cohen. Trouwens, de heer Cohen, tegenwoordig fractievoorzitter van de PvdA, is met de seculiere wind meegedraaid. Ook de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft een draai gemaakt. Werd in het verleden een RMU-lid die geen zogenoemd homohuwelijk wilde sluiten in het gelijk gesteld, inmiddels vindt de CGB dat daar geen ruimte meer voor is. De lijn van de CGB, die blijkbaar de steun van mr. Van Dommelen krijgt, betekent simpelweg einde dienstverband voor gewetensbezwaarde (buitengewone) ambtenaren van de burgerlijke stand.

Het is duidelijk dat hier de weging van de grondrechten in het geding is. Door de CGB wordt de godsdienstvrijheid begrensd door het gelijkheidsbeginsel. Daarbij wordt vaak gesteld dat een gemeente de ruimte geeft om te discrimineren als ze een ambtenaar in dienst heeft die geen homohuwelijk wil sluiten. Die redenering klopt echter niet, want de gemeente geeft die ruimte helemaal niet, zolang en voor zover zij blijft zorgen dat elk huwelijk in de betreffende gemeente gesloten kan worden. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat elk trouwpaar de mogelijkheid krijgt om een persoonlijke claim te leggen op elke willekeurige ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat zou betekenen dat iedereen, dus elke ambtenaar afzonderlijk, bereid moet zijn om het zogenoemde homohuwelijk te voltrekken. Dan begrenst dat ambtenaren in hun rechten als staatsburger. Iedere burger mag blijkbaar gewetensbezwaren hebben, behalve de ambtenaar. Hij moet zijn geloofsovertuiging maar in de garderobe van het gemeentehuis hangen, en zich volkomen neutraal gaan gedragen in zijn werk. Dat doet geen recht aan de situatie.

Een stelletje dat wil trouwen wendt zich tot de burgerlijke stand, en vraagt om de uitvoering van hun voornemen. Dat stelletje heeft volgens de Nederlandse wetgeving het recht om te trouwen, dus zorgt de gemeente voor een trouwambtenaar. De overheid moet immers waarborgen dat het zogenaamde homohuwelijk gesloten kan worden. Dat gebeurt ook. Er is geen geval bekend van een stel dat daarin belemmerd wordt.

Van de overheid wordt hierin dus een neutrale houding geëist, maar dat geldt natuurlijk niet voor de individuele ambtenaar. Die mag zich, evenals elke staatsburger, beroepen op gewetensbezwaar. Als dit niet zou gelden dan is dat rechtsongelijkheid, die zelfs kan uitlopen in beroepsuitsluiting. Een groep mensen wordt buitengesloten, op grond van hun levensovertuiging, terwijl die levensovertuiging op geen enkele wijze schade berokkent aan een andere mens. Daarmee wordt de democratie in feite aangetast. De democratie gaat immers uit van ruimte voor iedereen, ook voor de gewetensbewaarde ambtenaar. En in die democratie is het juist de kunst om de balans in de grondrechten overeind te houden. Als godsdienstvrijheid begrensd wordt door het gelijkheidsbeginsel, dan is die balans zoek. Dat moeten we niet willen, en daarom is het van belang om te strijden voor ruimte voor de gewetensbezwaarde ambtenaar.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print