Tertio, 19 augustus 2008
door Peter Vande Vyvere
Dat de kerk de grote boosdoener is in de bestrijding van hiv in Afrika, is een taaie mythe. Vorige week gaf Sensoa, het Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv, dat fabeltje opnieuw voeding. De organisatie reageerde op het nieuws dat de kerk pater Damiaan na zijn heiligverklaring als de patroonheilige van aidslijders wil vereren.
“Het grote knelpunt blijft dat de kerk een aandeel heeft in de omvang van het probleem”, merkt de organisatie op. “Dat mensen die een beschermend condoom gebruiken, worden verketterd, vormt een bedreiging voor de gezondheid. Naar ons aanvoelen ontloopt de katholieke kerk tot op heden op dit terrein haar maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Een mythe is, althans in een bepaalde betekenis, een ‘praatje zonder grond’. In deze kwestie: er bestaat geen officieel kerkelijke tekst van belang “die een beschermend condoom verkettert”. Noch Johannes-Paulus II, noch Benedictus XVI heeft ooit in het openbaar het woord ‘condoom’ uitgesproken. Het klopt natuurlijk dat de kerkelijke leer kunstmatige voorbehoedsmiddelen – ter voorkoming van een zwangerschap – afwijst. Daar valt van alles over te zeggen, maar het gaat hier over iets anders, namelijk over condoomgebruik ter voorkoming van een dodelijke besmetting.
Voor zulke dilemma’s hanteert de katholieke ethiek het principe van ‘de keuze voor het minste kwaad’. Wanneer iemand met hiv is besmet en toch tot seksueel contact overgaat, is condoomgebruik ethischer dan het leven van de ander in gevaar brengen. Het vijfde gebod komt voor het zesde. Verscheidene kerkleiders, onder wie kardinaal Godfried Danneels, brachten dat principe onder de aandacht.
Nog een vooroordeel: de argwaan van de kerk tegen het condoom zou, wegens de autoriteit van de kerk in Afrika, een enorme impact hebben. Maar waarom zou iemand die zich niet gebonden weet door het kerkelijke gebod van onthouding of echtelijke trouw, zich wel laten leiden door de kerkelijke huiver voor het condoom?
Grote internationale organisaties, zoals Unaids van de Verenigde Naties, de Wereldgezondheids-organisatie en andere, focussen in de aidspreventie almaar meer op een algemene aanpak, de ABC-methode. A staat voor ‘Abstain’, onthouding. Wie zich onthoudt van seks, vrijwaart zich voor besmetting. B verwijst naar ‘Be faithful’ – trouw. Wie zich beperkt tot seks met dezelfde partner, loopt geen besmettingsgevaar. C staat voor ‘Condom use’. Het condoom wordt aanbevolen, zeker bij seksueel contact met een partner van wie je niet weet of die is besmet. Een organisatie als Sensoa concentreert zich alleen op de C, terwijl de katholieke kerk A en B benadrukt. In feite zijn ze complementair.
Des te bedroevender is het onterechte verwijt dat de kerk “haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ontloopt”. De katholieke kerk is een van de weinige pleitbezorgers van rechtvaardige wereldverhoudingen om de armoede – wellicht de wezenlijke oorzaak van de aidspandemie – van Afrika te counteren. In het aanbieden van aidsremmers in het Zuiden spelen katholieke organisaties een voortrekkersrol. Bovendien nemen katholieken de zorg op zich van minstens een vierde van Afrika’s aidspatiënten. Is dat niet in de geest van Damiaan?
Overgenomen met toestemming van Tertio.