Katholiek Nieuwsblad, 12 maart 2010
door Louis van Overbeek, freelance publicist
De marskramers van de dood zijn weer op pad. Onlangs heeft de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), de lobbyclub van vrienden van Magere Hein, via een met veel media-bombarie gepromote website veertigduizend handtekeningen verzameld om het, via een zogeheten burgerinitiatief, voor zeventigplussers mogelijk te maken met assistentie van ‘niet-medische hulpverleners’ zelfmoord te plegen als deze hulpverleners ook van oordeel zijn dat het leven van de oudere in kwestie inderdaad ‘voltooid’ is.
In de actualiteitenrubriek van een confessionele omroep, die voor dit soort onderwerpen altijd een akelig gretige aandacht aan de dag legt, zagen we op tv alvast een zoon zijn oude (pleeg)moeder liefdevol bijstaan bij het leeglepelen van een schaaltje gepoisoneerde yoghurt en het wegslikken van een enorme massa zwarte pillen.
Zelfbeschikkingsrecht
De vrienden van Magere Hein menen dat met dit initiatief eindelijk werk wordt gemaakt van het zelfbeschikkingsrecht van de mens, die immers, naar het woord van de antieke, tot de school van de Stoa behorende wijsgeer Seneca, niet werkelijk vrij is als hij niet vrijelijk over zijn leven kan beschikken.
Nu was Seneca in zijn filosofische bespiegelingen weliswaar van mening dat de mens vrij over zijn leven moest kunnen beschikken, zijn eigen zelfmoord was geenszins een kwestie van vrije wil: hij werd ertoe gedwongen omdat hij verdacht werd van medeplichtigheid aan een samenzwering tegen keizer Nero, zijn leerling.
De dood in pesten
Of in het geval van de door de NVVE bedoelde zeventigplussers, anders dan in het geval van de antieke filosoof, wel van zelfbeschikking gesproken kan worden, is ook maar zeer de vraag. In veel gevallen worden ouderen uit onze samenleving, waarin jeugd, gezondheid en succes immers de maatstaf zijn, verstoten. Niet zelden krijgen zij het gevoel slechts tot last te zijn. Vaak worden ze net zo lang gepest met opname in grootschalige, maar onderbemande, troosteloze, ‘woon/-zorgcentra’ genoemde betonkolossen, waar bij velen nooit een bezoeker komt, nooit tijd is voor een wandelingetje in de frisse lucht, het personeel – ondanks het feit dat ze helemaal niet ziek zijn – is uitgedost in verpleegsterstenue, ze elke dag grijsgekookte vijftigerjarenpot krijgen voorgezet en gemakshalve om zeven uur ’s avonds in bed worden gestopt, dat ze, ondanks het feit dat ze bijna standaard preventief worden volgestopt met antidepressiva, zwaar depressief worden en nog liever dood zijn dan hun leven onder zulke omstandigheden te moeten voortzetten. Ouderen eerst de dood in pesten en deze wanhoopsdaad vervolgens betitelen als een daad van emancipatie en zelfbeschikking lijkt mij eerder een staaltje van woordmanipulatie.
Te optimistisch
Maar zelfs al zou er bij het initiatief van de NVVE wel sprake zijn van de daadwerkelijke zelfbeschikking waarover Seneca spreekt – die overigens als wijsgeer naast de mainstream van grote antieke filosofen stond die zelfmoord wel afwezen – dan nog zou men zich de vraag moeten stellen of het wenselijk is dat men de notie van onvoorwaardelijke eerbied voor het leven, die sinds mensenheugenis deel uitmaakt van onze christelijke beschaving, binnen enkele decennia zo resoluut overboord zet als de colporteurs van de Dood voorstaan. Ook is het goed zich te realiseren dat hun betoog duidelijk gekleurd is door een ideologie die enerzijds sterk antireligieus van aard is en anderzijds uitgaat van een wel erg optimistisch mensbeeld, waarin degenen aan wie de macht over leven en dood van hun medemensen wordt toevertrouwd daarmee ook altijd op integere wijze zullen omgaan.
Gladiatorenspelen
Volgens Anton van Hooff, de oud-historicus die zich inzet ter bevordering van de belangen van de NVVE, beleven we momenteel slechts “een tussenstadium in de afbraak van het zelfmoordtaboe, dat de christelijke wereld zo’n vijftienhonderd jaar in zijn ban heeft gehouden. Het is nu de postchristelijke tijd om terug te keren naar de antieke idee van de wilsdood” (vertaling van de term mors voluntaria, waarmee in Latijnse teksten het begrip ‘zelfmoord’ wel op neutrale wijze werd weergegeven – lvo). Het is duidelijk: men popelt om tweeduizend jaar terug te gaan naar de goede oude heidense tijden en zich eindelijk te ontdoen van alle religieuze betutteling. Misschien moeten we er ook maar eens over denken de gladiatorenspelen in hun antieke glorie te doen herleven – zo’n spektakel zal de kassa zeker doen rinkelen! – en wie weet, als aanvulling op de Work First-trajecten – ook de slavernij.
Geschiedvervalsing
Minder ontwikkelde geestverwanten van Van Hooff gaan nog verder en deinzen zelfs niet terug voor geschiedvervalsing, waarbij niet alleen gepoogd wordt het bestaan van de complete christelijke erfenis van tweeduizend jaar uit te wissen en te ontkennen (een vergelijkbaar streven zag men ook onder politici bij de gang van zaken rond de preambule van de Europese grondwet), maar ook christenen af te schilderen als een obscure sekte die haar wereldvreemde waarden vooral niet buiten eigen kring dient uit te dragen.
Maar ook als men zelfmoord niet op levensbeschouwelijke gronden afwijst, moet men, zoals gezegd, toch wel een erg naïef geloof in de goedheid van de mens in het algemeen en die van zelfmoordassistenten en -commissies in het bijzonder koesteren en de invloed van sociale druk op kwetsbare ouderen wel heel sterk bagatelliseren om het initiatief van deze marskramers van de NVVE te kunnen steunen.
Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.