Twintig jaar euthanasie in België: reden voor een feestje?

Katholiek Nieuwsblad, 13 oktober 2022
door broeder René Stockman, generaal overste van de Broeders van Liefde

Twintig jaar Belgische euthanasiewet werd breed gevierd, ook in de media. Tot het Europees Hof kritisch oordeelde in een Vlaamse euthanasiezaak. Het is tijd om de euthanasiepraktijk grondig te evalueren.

Het stond in alle kranten: Mario Verstraete was de eerste die 20 jaar geleden gebruik maakte van de nieuwe wet die euthanasie onder bepaalde voorwaarden depenaliseerde. Tegelijk werden de daaropvolgende uitbreidingen van de wet dik in de verf gezet. Net als de stappen die nog gezet worden moeten om echt te kunnen spreken van een recht op euthanasie met zo weinig mogelijk of zelfs geen belemmerende voorwaarden. De kers op de taart was natuurlijk een uitgebreid interview met de pionier van de euthanasie in België, dr. Distelmans.

Stoorzender

Maar op hetzelfde ogenblik oordeelde het Europees Hof dat in de zaak ‘Mortier-De Troyer’ artikel 2 van de Europese Conventie van de Rechten van de Mens niet werd gerespecteerd. Dat gaat over het recht op leven.

Dit laatste kwam amper in de kranten, want dit was een stoorzender in de positieve berichtgeving. Door onzorgvuldige omgang met de vereiste voorwaarden voor euthanasie, werd het recht op leven van mevrouw De Troyer geschonden.

Aan het licht gekomen

Er kwamen tegelijk verschillende dingen aan het licht: hoe een kankerspecialist, dezelfde dr. Distelmans, een uitspraak deed over de psychische toestand van een ernstig depressieve patiënt; hoe hij van deze patiënt geld ontving voor zijn LEIF-organisatie; dat hij ervoor zorgde dat twee andere geneesheren gegarandeerd een positief euthanasie-advies gaven; dat hij die euthanasie uitvoerde en dat hij ook nog medevoorzitter is van de federale commissie die uitgevoerde euthanasiegevallen moet controleren.

Volgens de statistieken overlijden in België dagelijks zeven patiënten door euthanasie, en dat zijn enkel de geregistreerde gevallen. Het is dan toch wel merkwaardig dat de federale commissie oordeelt dat in alle euthanasiezaken in de afgelopen twintig jaar de procedures correct zijn gevolgd, enige uitzondering niet te na gesproken. Papier lijkt hier heel geduldig te zijn!

Hier klopt iets niet

Nee, zelfs een buitenstaander moet vaststellen dat hier iets niet klopt. Het lijkt eigenlijk absurd dat een commissie een evaluatie moet uitvoeren op basis van achteraf ingevulde formulieren, om daaruit te besluiten dat alles in orde is. Komt er toch een klacht, overwegend vanuit de familie, dan leidt dit tot verontwaardiging: het is alsof het recht op euthanasie hiermee onrecht wordt aangedaan.

Zo zorgde een proces in 2020 voor grote beroering. Onderzocht werd of de euthanasie van Tine Nys, die er op 38-jarige leeftijd wegens psychisch lijden om vroeg, correct verlopen was. De overwegend katholieke middens die kritisch waren, werd verweten de hele zaak te hebben geënsceneerd. Wie zich nog durft af te vragen of euthanasie wel zo’n goede zaak is en of ze wel zomaar als ‘vooruitgang’ kan worden beschouwd, wordt in het verdomhoekje gezet en bestempeld als oerconservatief. Ook de uitspraak van het Europees Hof zal wel afgedaan worden als het resultaat van een lobby van ‘oerconservatieven’.

Meer in petto

De zogenaamde progressieven hebben nog heel wat in petto. We kennen de slogans. Iedereen zou met hulp van een gezondheidswerker zelf moeten kunnen bepalen wanneer en waarom men euthanasie wil laten uitvoeren, ook als men het verzoek niet meer zelf kan formuleren. En ook mensen die levensmoe zijn en vinden dat hun leven voltooid is, zouden euthanasie moeten kunnen verkrijgen.

Doden als enige alternatief?

Niemand vraagt nog naar de mogelijke alternatieven om mensen niet te moeten doden, maar hen zogezegd van hun lijden of levensmoeheid af te helpen. Wordt doden nu echt het enige alternatief? Staat men nog stil bij de mogelijke schuldgevoelens die dit bij de familie kan achterlaten? En de invloed die dit kan hebben op andere patiënten in dezelfde situatie? Hoe zal men voorkomen dat financiële overwegingen de doorslag geven om euthanasie te vragen of te verlenen? En nee, dat laatste is zeker geen fabeltje.

En is het wel zo evident dat geneesheren het doden van een medemens als een normaal onderdeel van hun beroepsuitoefening gaan beschouwen? Hoeveel geneesheren en gezondheidswerkers worden niet onder druk gezet om uiteindelijk tegen hun geweten te handelen, omdat ze zich anders totaal gemarginaliseerd voelen?

Is het normaal dat ziekenhuizen als rechtspersonen geen eigen ethische keuzen meer kunnen maken, maar verplicht worden mee te gaan met ieder nieuw besluit rond euthanasie? En kan euthanasie eigenlijk wel als het ‘vijftiende werk van barmhartigheid’ worden beschouwd?

De cruciaalste vraag

De lijst vragen is eindeloos, maar dit is de cruciaalste: is het niet de hoogste tijd om het hele euthanasiegebeuren grondig te evalueren en de vooruitstrevendheid van onze maatschappij vooral te tonen in het vinden van positieve alternatieven die mensen leven schenken in plaats van de dood? Hoe buigen wij de cultuur van de dood waarin we nu zijn verzeild geraakt, toch nog om naar een cultuur van het leven?

image_pdfimage_print