De bisschoppen hebben zich in hun vergadering van 6 september jongstleden gebogen over de discussie die is ontstaan naar aanleiding van de weigering van een kerkelijke uitvaart aan een parochiaan. Deze had besloten zijn leven door euthanasie te laten beëindigen. De bisschoppen wijzen op de door hen in 2005 opgestelde nota “Pastoraat rond het verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding”. In deze nota worden twee aparte situaties uiteengezet.
Verzoek toedienen sacramenten
Op de eerste plaats doet zich de situatie voor dat iemand een priester verzoekt om de sacramenten toe te dienen en/of om afspraken te maken met betrekking tot zijn uitvaartplechtigheid. Dit terwijl deze persoon nog in leven is, maar het voornemen heeft om zijn leven te laten beëindigen door euthanasie of zelfdoding. In dit verzoek ligt een dubbele tegenspraak. Betrokkene wil de regie over zijn leven en dood in eigen handen houden, terwijl men in het ontvangen van de sacramenten zich juist overgeeft aan Gods liefdevolle ontferming. Voorts heeft de mens noch over het eigen leven noch over dat van anderen beschikkingsrecht. Alleen aan God komt het toe te beschikken over het leven en de dood van de mens, die Hij naar Zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen. Bij iemand die voornemens is zijn leven te (laten) beëindigen ontbreekt daardoor de juiste gesteltenis om de sacramenten te ontvangen. Door in te gaan op het verzoek om in deze situatie de sacramenten toe te dienen en afspraken te maken over de uitvaartplechtigheid zou de priester bovendien de indruk kunnen wekken dat hij met het levensbeëindigend handelen akkoord is. Dit zou de verkondiging van de Kerk ten aanzien van het aan het menselijk leven verschuldigde respect ondermijnen.
Kerkelijke uitvaart bij euthanasie
Een andere situatie doet zich voor wanneer de priester wordt verzocht om een kerkelijke uitvaart te verzorgen voor iemand die door suïcide of euthanasie zijn leven heeft beëindigd of laten beëindigen. Als betrokkene daartoe heeft besloten, terwijl hij door emoties, angst en stress was overmand, is zijn innerlijke vrijheid en daarmee de toerekenbaarheid van de daad verminderd. In deze situatie kan de priester na rijp beraad tot de conclusie komen dat hij voor betrokkene een kerkelijke uitvaartplechtigheid kan houden.
De Kerk verkondigt met betrekking tot het respect voor het menselijk leven niet zelf geformuleerde regels, maar normen die voortvloeien uit Gods scheppingsordening en uit het wezen van de sacramenten zoals Christus die heeft ingesteld, en die zij niet eigenmachtig kan aanpassen of veranderen. Het is haar taak deze normen voor te houden.
Euthanasie en pijnbestrijding
Ten onrechte wordt wel gezegd dat euthanasie of medische hulp bij suïcide onontbeerlijk is om aan een ondraaglijk lijden een einde te maken. Hoewel de Kerk verkondigt dat het lijden gedragen in vereniging met Christus, een bijzondere waarde in zich kan dragen, leert zij tevens dat het een opdracht is om pijn en andere symptomen naar vermogen te bestrijden. Hierbij kan men, wanneer er geen alternatieven voorhanden zijn om het lijden tot draaglijke proporties te verminderen, het risico nemen dat als bijwerking van zware pijnstillende middelen het leven wordt verkort. Tevens is het geoorloofd door slaapmedicatie het bewustzijn te verminderen of te onderdrukken, ook al kan dat leiden tot bespoediging van het levenseinde. Voorwaarde hierbij is dat op geen enkele andere manier pijn en andere symptomen tot draaglijke proporties kunnen worden teruggebracht en de dosis van de toegediende slaapmiddelen niet uitgaat boven wat nodig is voor de symptoombestrijding.