‘Vervolgen arts is kentering in oprekken euthanasiepraktijk’

Katholiek Nieuwsblad, 13 november 2018
door Mariska Orban

Voor het eerst gaat het Openbaar Ministerie in Nederland een arts gerechtelijk vervolgen voor euthanasie. “Dit is een kentering van het steeds maar oprekken van de euthanasiepraktijken.”

Een arts van een verpleeghuis in Den Haag wordt vervolgd voor de euthanasie op een 74-jarige vrouw in 2016. De vrouw was zwaar dementerend en daardoor was het niet duidelijk of zij echt dood wilde. De vrouw maakte die dag nog plannen om die avond met haar familie uit eten te gaan. Niemand had haar verteld dat ze zou sterven.

Kort na het vernemen van de diagnose dementie, legde de vrouw een schriftelijke wilsverklaring vast. Daarin stelde ze dat ze gebruik wilde maken van het wettelijke recht om ‘vrijwillig euthanasie op mij toe te passen wanneer ik nog enigszins wilsbekwaam ben en niet meer in staat ben om thuis bij mijn man te wonen’. Een jaar voor het overlijden stelde de patiënt een herziene dementieclausule op, waarin staat: “Ik wil gebruikmaken van het wettelijke recht om euthanasie op mij toe te passen, wanneer ik daar zelf de tijd voor rijp acht.”

Slaapmiddel in haar koffie
Maar de arts heeft, in samenspraak met de echtgenoot van de patiënte, zelf besloten dat de dementerende vrouw euthanasie behoefde, zonder dit expliciet aan haar te vragen. De vrouw had zelfs al meerdere keren aangegeven dat ze niet dood wilde. Bij de uitvoering gaf de arts de dementerende vrouw een kopje koffie met hierin een rustgevend slaapmiddel. De vrouw wist niet dat er slaapmiddel in haar koffie zat. Toen ze hiervan suffig werd, gaf de arts haar een spuit met nog meer slaapmiddel.

Toen de dementerende vrouw “in een verlaagd bewustzijn was” en “amper reageerde op pijnprikkels”, ging de arts over tot het toedienen van een euthanasiemiddel. Tot schrik van de arts, probeerde de patiënte bij het inspuiten van het dodelijk middel overeind te komen. Daarop heeft de familie van de zwaar dementerende vrouw geholpen om haar vast te houden en heeft de arts snel de rest van het euthanasie-middel toegediend.

De arts liet eerder aan de tuchtcommissie weten dat de uiting van de wilsonbekwame vrouw voor haar niet relevant was. Zelfs als ze op dat moment had geroepen: “Ik wil niet dood”, had zij de levensbeëindiging verder uitgevoerd. Vanwege het lijden van de dementerende vrouw, vond de arts dat zij moest doorzetten.

Juiste toepassing van een onacceptabele wet
Lambert Hendriks ziet de rechterlijke vervolging van een arts die onzorgvuldig euthanasie zou hebben gepleegd, als een kentering in onze euthanasiepraktijk. Volgens de rector van Rolduc en voorzitter van de Katholieke Stichting Medische Ethiek hing in Nederland lang de sfeer van: we moeten zorgvuldig handelen, maar feitelijk rollen er toch geen vervolgingen uit.

“Dan denken we met z’n allen toch: we hoeven de wet niet zo streng te interpreteren. Je zag dat regels zo ruim mogelijk werden geïnterpreteerd als nodig was. Als iemand euthanasie wilde, werd er wel een reden bij gevonden zodat het uitgevoerd kon worden.”

Volgens Hendriks wil het OM met deze vervolging de euthanasiepraktijk afremmen. “Het Openbaar Ministerie wil terug naar een juiste toepassing van de wet, dat kunnen we natuurlijk toejuichen. Ook al is voor ons die wet sowieso onacceptabel.”

Doofpotcultuur rond de dood
Ook de Nederlandse Patiëntenvereniging is blij dat deze stap gezet wordt. “Terecht dat het OM zijn verantwoordelijkheid neemt. In de praktijk beslissen artsen nu over leven en dood. De staat is geroepen mensen te beschermen. Niet alleen rond medische missers, ruziënde specialisten en falende bestuurders, maar ook rond de dood heerst een doofpotcultuur. Jaarlijks sterven honderden mensen door een overdosis morfine. Specialisten noemen dit terecht in strijd met de wet. De overheid dient (wetgevend, rechterlijk en uitvoerend) voorop te lopen in de bescherming van het recht en rechtsgevoel van haar burgers. Legalisatie van euthanasie heeft dit rechtsgevoel van grote groepen burgers in gevaar gebracht. Dan dringt des te meer dat wordt toegezien op zorgvuldige naleving.”

Menselijke waardigheid
Lambert Hendriks vermoedt dat de maatschappelijke onrust rondom het steeds maar oprekken van de euthanasietoepassingen, ook een rol kan hebben gespeeld in de afweging van het OM de arts te vervolgen. “Veel artsen vinden euthanasie bij dementie een kwalijke zaak. Hier kan nooit sprake zijn van een weloverwogen en actuele doodswens. Mensen die dement zijn vragen niet in het nu om euthanasie. Hoe kunnen wij zo iemand dan van het leven beroven? Hoe kan een arts oordelen: u wilt niet dood maar wij vinden dat het voor u beter is om nu te sterven. Een arts kan niet oordelen hoe erg iemand lijdt die dat zelf niet kan aangeven. Lijden is altijd heel persoonlijks. ”

Katholieken mogen, zegt Hendriks, blijven benadrukken dat de mens zijn menselijke waardigheid behoudt. In iedere situatie. Ook als de situatie waardeloos lijkt. “Anders doen we te kort aan wie een mens is. En doen we God te kort.”

In het oog van God
Een baby knuffelen, wassen en verschonen we. We geven ze liefde. Maar als diezelfde baby later oud en versleten is, zou hij opeens ‘onwaardig’ zijn om iemand te zijn die het nodig heeft om liefdevol verzorgd te worden. Lambert Hendriks: “We zijn in onze maatschappij te veel gefocust op presteren. Op wat we aan de maatschappij kunnen bijdragen. Maar ook als iemand niets meer kan bijdragen, blijft hij waardevol. Minstens in het oog van God.”

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print