Katholiek Nieuwsblad, 1 december 2017
door Br. René Stockman, generaal overste van de Broeders van Liefde
Een maatschappij waarin geen plaats is voor kinderen met een beperking, verliest iets heel fundamenteels, stelt broeder René Stockman.
“Er worden almaar minder kinderen met het syndroom van Down geboren in Vlaanderen. In 2016 waren het er 31, een vermindering met 30%”, schreef een krant begin november, en: “Het syndroom van Down wordt in theorie vastgesteld bij 1 op de 800 zwangerschappen. Als geen daarvan zou worden afgebroken, zou dat leiden tot een 80-tal kinderen met Down in Vlaanderen.” De cijfers zijn duidelijk. Er werd ook nog eens aangegeven dat het dankzij het aanbieden van prenatale screening via de NIP-test nu eenvoudig is om trisomie-21 vroegtijdig op te sporen. De tekst besluit: “Ik schat dat er over een paar jaar in Vlaanderen minder dan tien kinderen met het syndroom van Down zullen worden geboren.”
Grote edelmoedigheid
In een restaurant in Rome zat ik naast een gezin met vier kinderen. Twee ervan waren gekluisterd aan hun telefoon, de twee andere zorgden voor vreugde aan tafel. Deze twee hadden het Syndroom van Down en hadden nog niet verleerd van dit familiegebeuren te genieten en er positief aan bij te dragen. Deze ouders hadden er bewust voor gekozen om hen te ontvangen en hen niet vroegtijdig te laten verwijderen als onvolmaakt en dus ongewenst. Wellicht was het ook voor hen een shock te vernemen dat hun kind een chromosomale afwijking had. Wellicht had de gynaecoloog hen ook, bijna routinematig, een abortus aangeraden. En wellicht werd alles nog eens aangescherpt door de zwaarte van de twijfel die zij voelden. Ze moesten kiezen in een omgeving die een abortus normaal vond en hen later misschien scheef zou aankijken als zij anders besloten. Hun keuze voor het leven getuigde van een grote edelmoedigheid, maar zou anders kunnen worden geïnterpreteerd en uitmonden in de beschuldiging dat ze uit egoïsme deze ‘ongelukkige’ kinderen niet barmhartig vroegtijdig uit het leven hadden ‘gered’. Terugkijkend vroegen wij ons af wie hier de ongelukkige kinderen waren. Alvast niet de twee die opnieuw schaterend hun vreugde met hun ouders deelden. Intussen hadden de twee anderen hun telefoon aan de kant gelegd en deelden nu in de blijheid van het samenzijn als gezin.
Het ís zwaar
Onze maatschappij moet af van het vervaardigen van de stereotypen die vaststellen wanneer een kind ‘geslaagd’ is. Het weegt zwaar op ouders die ervoor kiezen om een kind met een beperking positief te aanvaarden en met liefde op te voeden. Zij getuigen allen dat het zwaar is te horen dat je kind een afwijking vertoont. Wanneer ze dan enkel stemmen horen die hen aanmoedigen om maar vlug de zwangerschap af te breken, op onbegrip stuiten wanneer ze ervoor kiezen het te houden en van medici horen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van hun keuze, is dat nog eens extra zwaar. Onder het mom van ‘keuzevrijheid’ worden ze als het ware gedwongen te heulen met de massa die verklaart dat een leven met een beperking onvolkomen is, en dat het een weldaad is het niet geboren te laten worden.
Collectieve schuld
Onze maatschappij is collectief schuldig door deze ouders voor een bijna ondraaglijk dilemma te plaatsen en hen te marginaliseren wanneer ze toch voor het leven kiezen. Zij zouden ouders moeten ontmoeten die weten wat het is om te leven met een kind met een beperking. Die getuigen dat de eerste shock normaal is, net als de twijfel, maar dat ze daarna mogen ervaren wat zo’n kind aan positiefs in het leven kan brengen. Nee, we mogen niet alleen het positieve benadrukken, want er zal ook leed zijn. Maar is leed afwezig bij een kind zonder beperking? Verschillende ouders van een kind met het Syndroom van Down vertelden mij hoeveel meer liefde en genegenheid ze van dat kind ontvingen dan van hun zogezegd normale kinderen.
Zachte eenvoud
Ouders veranderen doorheen hun zorg voor hun kind met een beperking. Ze leren met grotere tederheid met het zwakke leven om te gaan, het echt te koesteren. Zo leren zij de zachte waarden aan die in de maatschappij zo sterk verdrongen worden. Een moeder getuigt in een ander artikel dat in een steeds harder en complexer wordende maatschappij dit kind “een brok zachte eenvoud” bracht. Dat werd de kop van dat artikel. Het drukt zeer goed uit wat kinderen met een beperking ons kunnen leren. Als we evolueren naar een maatschappij zonder kinderen met een beperking, en er alleen plaats is voor de ‘sterken’ en ‘geslaagden’, gaat er iets fundamenteels verloren: de zorg voor het broze en het zwakke, en hun woordeloze uitnodiging om een brok zachte eenvoud in ons leven te laten groeien. Ik kan het niet laten om de laatste zin van de moeder in het artikel te herhalen: “Als ik een van de laatste kinderen met Down op de wereld gezet heb, ben ik blij dat er nog net niet genoeg druk was om het niet meer aan te durven.”
Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.