Belgische bisschoppen over verregaande verruiming toegang tot abortus

Verklaring van de bisschoppen van België: ‘Verregaande verruiming toegang tot abortus’.

Kerknet.be, 26 april 2023

In het federale parlement wordt voorgesteld de termijn voor abortus op te trekken van twaalf tot minstens achttien weken na de conceptie. Ook wordt geadviseerd niet alleen ernstige medische aandoeningen als reden te kunnen inroepen, maar ook mentale problemen. Eveneens wordt gepleit voor de afschaffing van de zesdaagse wachttermijn en voor de schrapping van de informatieplicht over alternatieven.

Wat met ‘mentale problemen’ wordt bedoeld, wordt niet omschreven. Die kunnen van gelijk welke aard zijn. Het leven van een levensvatbaar kind kan dan beëindigd worden, ook als het geen acute bedreiging is voor het leven of de gezondheid van de moeder. Kan het dat daarbij geen verdere vragen worden gesteld?

Bovendien is de zwangerschapsonderbreking na twaalf weken een veel zwaardere en veel ingrijpendere handeling. Het is belangrijk dat we dit terdege beseffen. Voor velen die ze zullen moeten uitvoeren, zal dat niet evident zijn. Ook voor de moeder zelf roept de psychische verwerking ervan vele vragen op.

Niet verwonderlijk dat velen over de ideologische grenzen heen verwachten dat hier grote voorzichtigheid aan de dag wordt gelegd. Al in 2019 hebben artsen, vroedkundigen, verpleegkundigen en andere zorgverleners openlijk hun bezorgdheid geuit bij het voorstel van een verlenging van de termijn. Het raakt hen in hun professionele roeping en taak. Te meer omdat ook wordt geadviseerd om abortus, nu al uit het strafrecht verwijderd, expliciet onder de wetgeving inzake gezondheidszorg te situeren. En dus zonder meer te beschouwen als een medische handeling.

Zeker, omstandigheden kunnen mensen radeloos en uitzichtloos maken. Maar dan stellen dat het om een medische ingreep gaat, doet geen recht aan wat de betrokkenen zelf ervaren en beleven. Waarom dan nog raad en hulp vragen? Te meer omdat zelfs mogelijke alternatieven beter niet ter sprake komen, zoals eveneens wordt voorgesteld. Een luisterend oor en begeleiding zijn toch kostbaar?

Tot hiertoe was de wetgever bekommerd om een juiste balans te vinden tussen de bescherming van het ongeboren leven en de zelfbeschikking van de zwangere vrouw. Dat is in de nieuwe voorstellen niet meer het geval. Nochtans is de bescherming van het ongeboren leven, ook en in het bijzonder in een rechtsstaat, op zich al uiterst belangrijk. Ze is dat des te meer wanneer vandaag verder onderzoek wordt gedaan naar de pijnperceptie van foetussen.

Onze samenleving heeft het steeds moeilijker met alles wat onze plannen doorkruist en onze levenswijze verstoort. Het geldt voor wie oud of ziek is, voor armen en vreemdelingen, voor mensen op de vlucht. Dat geldt ook voor het ongeboren leven. Dat is het wat paus Franciscus in zijn encycliek Laudato Sí schrijft: Wanneer de persoonlijke en maatschappelijke gevoeligheid voor het erkennen van nieuw leven verloren gaat, verdwijnen ook andere vormen van openheid die waardevol zijn voor de samenleving.

Kardinaal Jozef De Kesel en de bisschoppen van België

IPID – Brussel, woensdag 26 april 2023

image_pdfimage_print