Tertio, 26 januari 2010
door Alain Mattheeuws, jezuïet, docent moraaltheologie en sacramentologie aan het IET, de theologische faculteit van de sociëteit van Jezus in Brussel
Omdat de zorg voor zieke, kwetsbare en zwakke mensen zo wezenlijk is in een christelijke mensvisie, hebben gelovigen het moeilijk met euthanasie en hulp bij zelfdoding. “Uiteindelijk heeft dat met een bepaalde Godsbeleving te maken”, legt theoloog Alain Mattheeuws uit.
“Waar is je broer?” vraagt de Heer aan Kaïn die net Abel heeft vermoord. Hij antwoordt: “Ik weet het niet. Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?” (Genesis 4,9). Dat antwoord klinkt als een uitvlucht of een verontschuldiging, maar het toont ook hoezeer de broederlijke relaties ons mens-zijn structureren. Zouden wij op de vraag hierboven niet altijd positief moeten antwoorden en ons als broeders moeten gedragen?
Geen van ons kan tot leven komen, leven of overleven zonder hulp van medemensen, en zonder in een broederlijke gemeenschap vol zorg en ontferming opgenomen te zijn. We zijn niet almachtig en zijn afhankelijk van elkaar. Die kwetsbaarheid is een kracht: ze vormt een appel om een relatie aan te gaan met de ander, om het goede te doen en om steeds meer lief te hebben. Die waarheid voelen we meestal dieper aan in het contact met zwakke, zieke of lijdende mensen. En dus bij uitstek aan de oorsprong en het einde van elk leven.
Ethisch appel
Alle mensen die wij ontmoeten, zijn evenwaardig, zelfs als ze op de een of andere manier ‘verzwakt’ zijn. We zijn hoe dan ook broederlijk verbonden doordat we tot dezelfde mensheid behoren. Die gemeenschappelijkheid wordt een ethisch appel wanneer een zieke, in zijn zwakheid en zijn vraag om hulp, zich aan ons toevertrouwt. Ondanks de verandering die het lichaam door de ziekte ondergaat, vraagt degene die een beroep op ons doet, voor hem te zorgen. We nemen dat ernstig omdat wij het mens-zijn delen en als gelovigen omdat we kinderen zijn van dezelfde Vader (1 Johannes 3,1). Wie lijdt, stelt tenminste impliciet een ‘vertrouwenscontract’ op met degene tot wie hij zich richt en aan wie hij zich toevertrouwt. Een zieke is een persoon die zich op een intieme manier overlevert en toevertrouwt aan anderen: familie, verzorgers, artsen, priesters. De zorgrelatie is altijd zowel medisch, familiaal als broederlijk. Altijd zowel moreel als spiritueel.
Naar het beeld van God
Hoe dan ook mogen we nooit vergeten dat het om een broer of zus in het mens-zijn gaat, zelfs als er ziekte, lastige behandelingen of allerlei vormen van lijden in het spel zijn. Zelfs als complexe technieken en moeilijke beslissingen nodig zijn. Zelfs als de dood nadert. Altijd blijft de waardigheid van de persoon overeind. Die hangt niet af van onze keuze of onze gevoelens, van de vooruitgang in de biomedische technologie of de wijzigende wetten van de samenleving. Iedere mens is een ‘heilige geschiedenis’. De mens is en blijft, vanaf de oorsprong tot het einde van zijn leven, gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God (Genesis 1,27). Ieder van ons is een wonder in de ogen van de Schepper (Psalm 139,14) en blijft een unieke en wonderlijke persoon op weg naar het eeuwige leven, ook tijdens de laatste stappen naar het uiteindelijke Pasen.
Grootheid en schoonheid behouden
‘Zorgen’ is die waarheid van de relatie van mens tot mens in gedachten houden tot het einde. We moeten proberen steeds meer zo naar de ander te kijken en proberen door te dringen in de diepte van dit mysterie dat ons te boven gaat. Het zieke, lijdende, stervende lichaam is dat van een broeder in het mens-zijn. Zijn lichaam wordt door een persoonlijk mysterie bewoond dat verenigt wat onomkeerbaar verloren of beschadigd lijkt te zijn. De geest gaat heen, het lichaam is gebroken, het blijkt niet meer te werken als voorheen, maar de persoon behoudt zijn grootheid en schoonheid voor hen die trachten te zien en te begrijpen wat er gebeurt.
Iedere mens heeft een bondgenootschap met de Heer. God zorgt voor ieder van ons omdat Hij onze schepper en redder is. Hij is met ons al een bondgenootschap aangegaan sinds onze conceptie. Hij verwacht ons in zijn huis om voor eeuwig in zijn liefde te leven. Dat grote verlangen van God is het goede nieuws dat de christenen hebben ontvangen en ze getuigen ervan bij alle mensen. Ja zeggen tegen God is uiteindelijk je wens uitdrukken Hem te leren kennen. Alle daden van ons leven brengen ons naar die ontmoeting.
Het sterven is ook een gebeurtenis die de mens kan verenigen met Diegene die hij verwacht. De omstandigheden van de dood kunnen variëren. Daar zijn we geen meester over. Maar we merken hoezeer de dood een doorgang is. Is de dood niet een kruispunt waar we het essentiële van ons leven kunnen zoeken en vinden: een aanwezigheid? Hoe kunnen we op dat ogenblik een daad van overgave stellen? Hoe kunnen we iemand begeleiden die op een bepaald moment in zijn en onze geschiedenis heengaat?
Het is duidelijk: de zorg voor de ander krijgt een beslissende en onmisbare betekenis wanneer de dood optreedt. We zijn allen geroepen om, van ver of dichtbij, de hoeder te zijn van een mysterie: een overgave en een daad van vertrouwen in God. Alle zorgen en medische behandelingen die deze doorgang begeleiden, moeten in deze toon en dus met teder respect worden voltrokken.
Blijven waken bij nacht
De hoeder van je broeder zijn, is blijven waken wanneer de duisternis over het lichaam, de geest of zelfs het hart valt. De waker is diegene die op de dageraad wacht, op de eerste zonnestraal die de aarde verlicht (Lucas 1, 78). De waker wacht met geloof. Hij bidt tijdens de nacht, maar wacht op de dag. Vaak moeten we opblijven om onze broeder die terug naar God gaat te begeleiden. Als wij waken, is dat omdat we een belangrijke waarde koesteren: het gelaat van de lijdende of de stervende.
Te midden van de vele discussies over de omgang met de dood – euthanasie, hulp bij zelfdoding, waardig sterven –, past het waakzaam te zijn. Natuurlijk moeten we letten op de machines, op het lichaam van de zieke en op de medicijnen. Maar we moeten ook waken bij zijn geschiedenis, bij zijn relaties, bij de gevoelens die in hem opkomen. Van groot belang zijn de angsten en de spirituele strijd die zieken en stervenden doormaken. ‘Zorgen’, betekent dan: het goede en het grootse in de zieke behoeden en beschermen. Soms is dat moeilijk, voor ons, maar ook voor de zieke die misschien om een onjuiste vorm van bevrijding vraagt.
Behoeden
Hoeder van je broeder zijn, betekent dan: hem behoeden voor elke daad die hem niet ten diepste respecteert. De mens behoort alleen God toe. Nooit is het onze eigendom. Wij mogen niet beslissen over het uur van de dood, noch het vervroegen. Wij moeten naast onze broeder staan en de paaskaars brandend houden. Als een getuigenis dat Christus elke dood heeft overwonnen en dat Hij zorgt voor de stervende die tot Hem komt.
Overgenomen met toestemming van Tertio.