Tertio, 1 september 2008
door Jan Peeters, redacteur bij het Katholiek Nieuwsblad
Met zijn artikel ‘Moralisme met macht opgelegd’ zegt moraaltheoloog Jan Jans een debat over de omstreden encycliek Humanae Vitae (HV) mogelijk te willen maken. Die kan hij krijgen, maar laten we eerst de horloges gelijk zetten.
Héél even meende ik dat Jan Jans een nieuw geluid zou laten horen dat het gros van de katholieken wat zou kunnen kietelen om eens na te denken of HV inderdaad volstrekt achterhaalde flauwekul is. Dat de kop met de beladen trefwoorden ‘moralisme’, ‘macht’ en ‘opgelegd’ slechts het lokkertje was. Maar nee hoor, het is niet meer dan een herhaling van zetten, maar wel van heel slordige.
De eerste vraag die zijn artikel oproept is waar hij nu eigenlijk echt over wil debatteren: over de inhoud van HV of over het kerkelijk gezag? Het lijkt hem toch vooral om dat laatste te gaan, waarbij HV wordt gebruikt als ultiem voorbeeld van hoe het niet moet. Of is het een retorische truc om het kerkelijk gezag af te schieten?
Jans wekt die indruk doordat zijn argumentatie niet deugt. Dat geeft niet zolang je alleen maar een boodschap kwijt wilt die slechts door zeer weinigen in twijfel zal worden getrokken. En wie attaqueert nu een ervaren universitair docent moraaltheologie die nog eens gehakt lijkt te maken van een van de meest verfoeide kerkelijke standpunten die er bestaan?
Tegenstellingen die er niet zijn
Jans begint ermee de lezer op het verkeerde been te zetten door verantwoord ouderschap het centrale thema van de encycliek te noemen in plaats van, zoals velen menen, anticonceptie. Dat lijkt een meer tactisch-retorische keuze, want hét centrale thema is de plaats van de mens, in casu de gehuwden, in Gods scheppingsplan, waarrond heel de encycliek is opgebouwd. En anders dan Jans suggereert, volgt HV hierin helemaal het conciliedocument Gaudium et Spes dat overigens “ongeoorloofde praktijken tegen het doorgeven van het leven” (GS 47, 51) resoluut afwijst. De auteur suggereert bovendien dat HV haaks zou staan op wat Gaudium et Spes “verantwoordelijke vrijheid” noemt. En wie vindt dat niet? Een categorisch nee tegen anticonceptie staat immers haaks op “verantwoordelijke vrijheid”? Maar zoals velen HV niet gelezen hebben, lijkt Jans dat met Gaudium et Spes niet gedaan te hebben. Dat zegt over “de ware vrijheid” (nr. 17) dat God “de mens heeft willen ‘overlaten aan zijn eigen verstand’ om zo zijn schepper uit eigen beweging te kunnen zoeken en, door Hem trouw te zijn, in vrijheid te komen tot de volledige en gelukkige volmaaktheid. De mens is het dus aan zijn waarheid verschuldigd, te handelen volgens een bewuste en vrije keuze, nl. bewogen en geleid door een innerlijke persoonlijke overtuiging, en niet onder de invloed van blinde innerlijke impuls of van louter uiterlijke dwang. Deze waarheid bereikt de mens, wanneer hij zich vrij maakt van elke slavernij der hartstochten en hij doeltreffend en met vindingrijkheid zoekt naar de geschikte middelen.”
Wat de katholieke kerk onder vrijheid verstaat is heel iets anders dan wat de wereld, en helaas grote kuddes katholieken, eronder verstaan. Hoe kan een moraaltheoloog deze begrippen zo verwarren? Maar om de contradictie die Jans tussen concilie en HV suggereert nog wat verder aan te tasten: De concilievaders, dus niet zomaar een wereldvreemde paus, geven in Gaudium et Spes (47-52) zeer precies de kaders aan waarbinnen de rol van huwelijk en menselijke voortplanting dient te worden bezien. Die lezende is het een raadsel waarom van HV door de ‘katholieke wereld’ zo’n andere uitkomst zou zijn verwacht: zij is slechts een getrouwe nadere uitwerking van wat Gaudium et Spes stelt.
Oeps, ik word ‘beperkt’
Evenmin klopt de beschuldiging van moralisme, waarbij mensen de plicht tot gewetensvorming opgelegd zouden krijgen, maar waarbij “hun eigen verantwoordelijke vrijheid tot nul wordt gereduceerd”. Afgezien van het gegoochel met het begrip “verantwoordelijke vrijheid” kun je net zo goed beweren dat ‘wetenschappelijke vrijheid’ wordt ‘beperkt’ door de eisen van wetenschappelijkheid. Of dat verkeersregels mijn bewegingsvrijheid aantasten. Maar even serieus: wie bewust probeert om volgens HV te leven weet dat deze bewering je reinste larie is.
Tenzij Jans wil beweren dat je vrij moet zijn om het kwaad te kiezen, om dat beladen woord maar eens te gebruiken. Volgens Gaudium et Spes in ieder geval niet en met alle terughoudendheid ten aanzien van de werkelijke vrijheid van zo’n keuze. Spreekt Paulus niet over de “slavernij van de zonde” en de zwakte van het vlees?
Continuïteit van de leer
Jans past zelf een vorm van ‘reductie’ toe door te beweren dat nergens in de Bijbel of Traditie de onverbrekelijke band zou kunnen worden teruggevonden of gedocumenteerd die God tussen eenwording en voortplanting zou hebben gewild. Maar waar baseren bijvoorbeeld de concilievaders zich in Gaudium et Spes dan op? Citeert Pius XI in Casti Connubii (55) niet Augustinus die op zijn beurt de zonde van Onan (Gen. 38) als onderbouwing gebruikt? De kerk heeft nooit anders geleerd dan dat het uiteindelijke doel van de huwelijkse eenwording de voortplanting is en dat de zwangerschap nooit verhinderd mag worden tenzij door onthouding en om goede redenen.
En laat nou de Lambeth Conferentie van 1920 de bezwaren van de katholieke kerk tegen anticonceptie volledig onderschrijven! Sterker nog: ook de door Jans aangehaalde Lambeth Conferentie van 1930 doet dat, maar maakt in resolutie 15, onder absolute voorkeur voor onthouding, een minimale pastorale opening die echter later onbedoeld een gaatje in de dijk zal blijken te zijn. Uit de hele context en de veroordeling uit 1920 blijkt duidelijk dat deze minimale opening geboren is uit het toenmalige gebrek aan betrouwbare natuurlijke alternatieven.
Hocus pocus foetsie
Exact hetzelfde vind je in de jaren zestig terug in de katholieke discussie rond anticonceptie: men onderschreef de ernstige bezwaren tegen anticonceptie, stelde daarom strikte voorwaarden en kaders om vervolgens van een aanvankelijk nee-tenzij al snel via een ja-mits te vervallen in een onvoorwaardelijke instemming. Een interessante vraag is waar die aanvankelijke serieuze bezwaren zijn gebleven en nog meer waarom de gelovigen de inmiddels zeer betrouwbare natuurlijke methoden niet massaal hebben omhelsd. Die maken per slot van rekening zowel het goed van huwelijksdaad als het goed van de onthouding, de deugden mogelijk van zelfbeheersing en ascese. Net als bij de anglicanen verdwenen die bezwaren, nadat eenmaal van het traditionele categorische nee was afgeweken, als sneeuw voor de zon. De uitzondering werd regel. Eenvoudigweg omdat er krachten waren ontketend die het christendom, en voordien het jodendom, altijd heeft getracht te humaniseren en te heiligen door ze te kanaliseren, te reguleren en te sanctioneren.
Wie kreeg er gelijk?
Juist doordat het door Jans aangevoerde meerderheidsstandpunt fundamenteel afweek van de constante en door Vaticanum II bevestigde traditie, kon het evenzeer de waan van de dag zijn. Een debat over HV zou nu moeten gaan over de vraag of het gebruik van anticonceptie inderdaad heeft beantwoord aan de toenmalige verwachtingen van de positief gestemde commissieleden en of de maatschappelijke doemscenario’s, onder meer in de jaren vijftig (!) uitgebreid geschetst door de Franse socioloog De Lestapis SJ, zijn uitgekomen. Wat dat laatste betreft: die zijn ijzingwekkend exact gebleken. Maar de maatschappelijke kwalen die men meende mede door anticonceptie te kunnen bestrijden, als dankmisbruik, verwaarlozing van kinderen, echtscheiding, buitenechtelijke relaties en –kinderen, zijn er absoluut niet minder op geworden, maar net als de sceptici als voorspelden, explosief toegenomen. Anders dan beoogd zijn huwelijk en gezin er niet mee op hoger plan gebracht, zoals onder anderen bisschop Bekkers droomde, maar, ook onder katholieken, ernstig gedevalueerd.
Heeft de kerk ons belazerd?
Derhalve is Jans’ bewering onhoudbaar dat paus Paulus VI uiteindelijk louter tot zijn fel bekritiseerde standpunt zou zijn gekomen om de kerk en zijn voorganger Pius XI te behoeden voor gezichtsverlies door alsnog het anglicaanse nee-tenzij tegenover anticonceptie te volgen. Het is een manipulatief omgaan met de aloude heilzaam gebleken stelregel van de kerk dat alles wat in strijd is met de traditie om die reden minstens verdacht is. Ernstiger dan dat Jans’ argumentatie aan alle kanten rammelt, is diens impliciete beschuldiging dat de kerk haar imago belangrijker zou achten dan “het leven en geluk van de mensen ten diepste”, zoals Paulus VI het zelf verwoordt. (HV 1). En dat zij dat bovendien tot op de dag van vandaag volhoudt en tegen alle ontwikkelingen in probeert te verstevigen. Met andere woorden: de katholieke kerk belazert en schaadt haar eigen gelovigen al veertig jaar om gezichtsverlies te voorkomen. Ik daag Jan Jans uit met wat beters voor de dag te komen als hij écht een debat wil over HV. Als hij de kerk verwijt kritiek niet te kunnen verdragen kan hij deze handschoen niet laten liggen.
Overgenomen met toestemming van Tertio.