Besluit
De verbreiding van de technologieën om in te grijpen in de menselijke voortplantingsprocessen biedt zeer ernstige problemen ten aanzien van de verschuldigde eerbied voor het menselijk wezen vanaf zijn ontvangenis en voor de waardigheid van de persoon, zijn seksualiteit en het overdragen van het leven.
Terwijl zij haar taak vervult om de leer van de kerk in deze ernstige zaak te bevorderen en te beschermen, richt de Congregatie voor de geloofsleer met dit document een nieuwe bezorgde uitnodiging aan allen die wegens hun taak en betrokkenheid een positieve invloed kunnen uitoefenen, opdat in het gezin en in de samenleving de verschuldigde eerbied wordt betuigd voor het leven en de liefde: tot de verantwoordelijken voor de vorming van het geweten en de publieke opinie, tot de wetenschapsbeoefenaars en de medische vakmensen, de juristen en politici. Zij hoopt dat allen de tegenstrijdigheid begrijpen tussen de erkenning van de waardigheid van de menselijke persoon en de minachting voor het leven en de liefde, tussen het geloof in de levende God en de aanspraak willekeurig te willen beslissen over het ontstaan en het lot van een menselijk wezen.
De Congregatie voor de geloofsleer richt vooral een vertrouwvolle uitnodiging tot de theologen en in het bijzonder tot de moralisten om de inhoud van de leer van het leergezag te verdiepen en steeds meer toegankelijk te maken voor de gelovigen in het licht van een deugdelijke antropologie inzake seksualiteit en huwelijk in samenhang met de interdisciplinaire benadering. Zo zullen zij steeds beter de redenen en de deugdelijkheid van deze leer begrijpen: door de mens te beschermen tegen de uitwassen van zijn eigen macht, herinnert de kerk van God hem aan de aanspraken op zijn echte adel; alleen op deze manier kan de mensheid van morgen de mogelijkheid worden gewaarborgd in die waardigheid en vrijheid te leven en lief te hebben, welke voortvloeien uit de eerbiediging van de waarheid. De nauwkeurige aanwijzingen welke in deze instructie worden geboden, hebben daarom niet de bedoeling de bezinningsinspanning te beëindigen, maar er juist een nieuwe stuwkracht aan te geven in onwrikbare trouw aan de leer van de kerk.
In het licht van de waarheid over de gave van het leven en de morele beginselen die daaruit volgen, wordt iedereen uitgenodigd op zijn eigen verantwoordelijkheidsterrein te doen als de barmhartige Samaritaan en ook de geringste onder de kinderen der mensen als zijn naaste te erkennen (vgl. Luc. 10,29-37). Hier vindt het woord van Christus een nieuwe en bijzondere weerklank: ‘Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan’ (Mat. 25, 40).
Paus Joannes Paulus II heeft deze instructie tijdens de audiëntie welke hij aan de ondergetekende prefect verleende na de voltallige vergadering van deze congregatie, goedgekeurd en de publikatie ervan bevolen.
Rome, vanuit de zetel van de Congregatie voor de geloofsleer, 22 februari 1987, feest van Petrus’ Stoel.
Joseph kardinaal Ratzinger, prefect
+ Alberto Bovone, tit. aartsbisschop van Cesarea in Numidië, secretaris