Orgaandonatie anoniem ?

door dr. F.J. van Ittersum, internist-nefroloog, bestuurslid Stichting Medische Ethiek

In het BNN programma “Hart nodig” (23 mei 2012) hebben nabestaanden van een hartdonor de ontvanger van het orgaan ontmoet. BNN denkt dat aan dergelijke ontmoetingen meer behoefte is. De Nederlandse Transplantatievereniging (NTV) is tegen.

Orgaandonatie na het overlijden vindt in Nederland conform de Wet op de Orgaandonatie plaats in anonimiteit. D.w.z. de nabestaanden van de donor en de ontvangers van de organen worden niet op de hoogte gesteld van elkaars identiteit. De nabestaanden van de donor krijgen wel algemene informatie over de organen die voor transplantatie zijn gebruikt en hoeveel mensen ermee zijn geholpen. De ontvangers hebben de mogelijkheid via een anonieme brief aan de nabestaanden de donor te bedanken.

In de Verenigde Staten zijn al langer organisaties actief die nabestaanden van donoren in contact brengen met de orgaanontvangers. Een aantal succesverhalen van deze organisaties is onlangs op de Nederlandse televisie te zien geweest. In deze verhalen gaat het over dankbaarheid die jegens de donor kan worden betuigd en het “goede gevoel” bij de nabestaanden dat de donor na zijn overlijden nog iets voor anderen heeft kunnen betekenen. Voor de nabestaanden is dit soms een bron van troost.

De NTV heeft afwijzend op deze activiteiten gereageerd. De gehanteerde argumenten gaan terug op privacybescherming, die in de wet vertaald wordt naar anonimiteit, onderzoek waaruit blijkt dat de meeste ontvangers geen prijs stellen op contact met de nabestaanden en teleurstellingen of onwenselijke verwikkelingen die in dergelijke contacten zouden kunnen ontstaan. Zo voelen ontvangers zich in de praktijk nog wel eens verplicht iets terug te moeten doen voor de nabestaanden van de donor. Ook kunnen de nabestaanden teleurgesteld zijn over de ontvangers, bijvoorbeeld door verschil in maatschappelijk positie, leeftijd, levensstijl of gezondheidsgedrag.

De NTV realiseert zich natuurlijk ook dat het principe van anonimiteit in de wet niet absoluut is. Bij donaties bij leven geven familieleden, partners of andere bekenden een orgaan of een deel ervan (nier, deel van de lever) aan elkaar en is er van anonimiteit geen sprake. In het voorbereidingstraject van deze donaties wordt geprobeerd te beoordelen of er na transplantatie ongewenste verwikkelingen tussen de donor en de ontvanger zouden kunnen optreden, bijvoorbeeld omdat de donor met de donatie – al dan niet bewust – beoogt extra materiële of immateriële middelen van de ontvanger te verkrijgen. Als er op deze problemen een risico lijkt te bestaan, gaat de donatie bij leven niet door. Bij orgaandonatie na de dood is het niet mogelijk deze negatieve interacties tussen nabestaanden en de ontvangers tevoren te beoordelen en zo mogelijk te voorkomen. Om die reden is er tot op heden gekozen voor donatie in anonimiteit.

Verder bestaat de mogelijkheid dat nabestaanden of ontvangers geen contact willen hebben. Dit zou opgelost moeten worden door mensen een keuze aan te bieden. Dit kan op zich weer een ander probleem geven als bijvoorbeeld de ontvanger er geen prijs op stelt, maar de nabestaanden van de donor wel contact zouden willen hebben. Op de nabestaanden van de donor zou dit ondankbaar kunnen overkomen.

Hoe zouden we vanuit Rooms-katholiek perspectief tegen deze ontwikkeling moeten aankijken ?

De Rooms-katholieke Kerk beschouwt orgaandonatie als een vrijwillige “gave”, een daad van naastenliefde, van de ene mens aan de ander. Naastenliefde wordt gekarakteriseerd door onbaatzuchtigheid. Dit betekent dat men iets doet uit solidariteit met een ander, zonder daar iets voor terug te krijgen. Vanuit dit – idealistische – perspectief van de donor is het bedankje van de ontvangers niet zondermeer nodig. Het “gave”-karakter is evenmin gekoppeld aan anonimiteit. Zoals al beschreven bij de levende donaties, kunnen mensen onbaatzuchtig een orgaan afstaan, terwijl ze de ontvanger persoonlijk kennen. Het is verder begrijpelijk en goed dat degene die de “gave” ontvangt een zekere verplichting voelt dankbaarheid te betonen.

De “gave” uit naastenliefde betekent wel dat de donor en de nabestaanden geen problemen mogen hebben met welke kenmerken van de ontvangers dan ook. Helaas lukt het mensen niet altijd elkaar op die manier onbaatzuchtig lief te hebben. Dat is eigenlijk de grootste valkuil van het in contact brengen van de ontvanger met de nabestaanden van de donor. De vrees van de NTV dat in dit contact iets misgaat lijkt dan ook wel gegrond. Al is er vanuit Rooms-katholiek perspectief geen koppeling tussen “gave” en anonimiteit, het is natuurlijk wel prudent ongewenste gevolgen van de donatie te voorkomen. Anonimiteit beschermt mensen tegen de gevolgen van menselijke zwakheden en is een praktische manier om deze vervelende gevolgen te vermijden. De ontvanger die in de nabestaanden zijn donor oprecht hartelijker en vooral persoonlijker zou willen bedanken betaalt hiervoor de prijs. Christenen hebben gelukkig nog de mogelijkheid dank te betuigen in hun gebed en voor de donor te bidden.

image_pdfimage_print