Over vruchtbaarheid en steriliteit

Tot de deelnemers aan het tweede wereldcongres over vruchtbaarheid en steriliteit

Paus Pius XII
19 mei 1956

Gij hebt Ons, mijne heren, de wens te kennen gegeven om Ons eerbiedig te komen groeten bij gelegenheid van het Tweede Wereldcongres over Vruchtbaarheid en Steriliteit, dat gij thans te Napels houdt.

Wij haasten Ons om uw wens tegemoet te komen en geven uitdrukking aan het bijzonder grote genoegen, een indrukwekkende groep van geleerden en mannen van de praktijk uit zoveel verschillende landen te mogen ontvangen. Gij staat op het punt om een moeilijk en delicaat onderwerp te gaan bestuderen, omdat het betrekking heeft op een van de voornaamste functies van het menselijk lichaam en omdat de resultaten van uw onderzoek vèrstrekkende consequenties met zich mee kunnen brengen voor het leven van vele mensen en voor de ontwikkeling der maatschappij.

De onvrijwillige steriliteit in het huwelijk, waarvoor gij u voorstelt een oplossing te zoeken, vormt een hinderpaal voor het bereiken van het voornaamste doel van de echtvereniging en heeft bij het echtpaar een zeer sterk gevoel van gedruktheid ten gevolge, dikwijls gesluierd door een instinctieve schaamte, maar gevaarlijk voor de stabiliteit van het huwelijk zelf. Daarom hebt gij, wegens de onmacht waarin de moderne geneeskunde verkeert om vele van deze gevallen succesvol te behandelen, in 1951 de “Association internationale de la Fertilité” opgericht, waarvan het eerste congres, te New York in 1953 gehouden, in zijn program drie hoofdoplossingen voorstelde:
– met alle mogelijke middelen de studie en het onderzoek omtrent de vruchtbaarheid bevorderen;
– bewerken dat steeds meer doktoren zich op dit vak toeleggen, opdat een voldoende aantal de onvruchtbare echtparen doeltreffend kan bijstaan;
– erop aandringen dat klinieken, diensten en centra voor vruchtbaarheid worden opgericht in de ziekenhuizen, onder leiding van een competent personeel.

Het huidige congres beantwoordt, gelijk het vorige, aan de vaste wil om de kennis waarover men beschikt zo hoog mogelijk op te voeren, ze onder de doktoren van alle delen der wereld te verspreiden en een coördinatie der werkzaamheden tot stand te brengen op bepaalde punten waar gezamenlijke inspanning het mogelijk maakt om betekenisvoller resultaten te verkrijgen. Men zal u een opmerkelijk aantal rapporten en mededelingen voorleggen, die de endocrinische en metabolische factoren van de vruchtbaarheid en de steriliteit onderzoeken, verder de factoren van beroep en vergiftiging, de nieuwe methoden van diagnose en behandeling van de mannelijke en vrouwelijke onvruchtbaarheid, de diagnose van de ovulatie en de spermatogenese en de behandeling van hun afwijkingen, de chirurgie van de steriliteit. Een serie voordrachten zal ook de experimentele onderzoekingen op dit gebied beschouwen en de problemen die verband houden met een van de voornaamste functies van de mens. Het geheel van deze studies illustreert op briljante wijze het belang van dit congres, alsmede de manier waarop voortreffelijke specialisten van alle zijden hun bijdrage tot de gemeenschappelijke inspanning hebben willen leveren.

Het is niet Onze taak om een oordeel uit te spreken over de typisch technische aspecten van uw werkzaamheden; wel zouden Wij in het kort enkele morele implicaties onder ogen willen zien van de vraagstukken, die gij vanuit wetenschappelijk standpunt benadert. Uw vorige congres wees er in zijn eindconclusie op, dat de onvrijwillige steriliteit in het huwelijk een economisch en sociaal probleem van groot belang opwerpt, dat zij bijdraagt tot een verlaging van de vruchtbaarheidsindex der volkeren en langs die weg leven en lot der naties kan beïnvloeden. Het gebeurt soms dat men bij dit meer voor de hand liggende, gemakkelijk te controleren gezichtspunt blijft staan. Men zegt dan dat het geboortecijfer moet worden opgevoerd om de vitaliteit van een natie en haar expansie op alle gebieden te verzekeren. Het is waar, dat een hoog geboortecijfer een bewijs is voor de scheppingskracht van een volk of een gezin; het illustreert de moed van de mensen tegenover het leven, met zijn risico’s en zijn moeilijkheden; het getuigt van hun drang tot opbouwen vooruitgang. Men heeft gelijk wanneer men beweert, dat de fysieke onmogelijkheid om het vaderschap en het moederschap uit te oefenen gemakkelijk een motief tot moedeloosheid en teruggetrokkenheid wordt. Het leven, dat zich hartstochtelijk verlangde voort te zetten, zichzelf wilde overtreffen, valt om zo te zeggen op zichzelf terug, en heel wat gezinnen, helaas, vallen aan die beproeving ten offer.

Met vreugde willen Wij hier een beschouwing vermelden waarop gij zelf de aandacht hebt gevestigd. Het is volkomen waar dat, wanneer uw ijver om aangaande de steriliteit in het huwelijk en de middelen om deze tegen te gaan onderzoekingen te verrichten, gerechtvaardigd wordt door een wetenschappelijk aspect dat uw aandacht waard is, deze toch ook verband houdt met hoge geestelijke en ethische waarden waarmee men rekening moet houden. Wij hebben ze hierboven aangegeven. Het is diepmenselijk, dat de echtgenoten in hun kind de waarachtige en volkomen uitdrukking van hun wederzijdse liefde en van hun wegschenking aan elkander zien en vinden. Het is niet moeilijk te begrijpen, waarom het onvoldane verlangen naar het vaderschap of het moederschap als een smartelijk en pijnlijk offer wordt ervaren door ouders die bezield worden door edele en gezonde gevoelens. Meer nog, de onvrijwillige steriliteit in het huwelijk kan een ernstig gevaar worden voor de eenheid en de stabiliteit van het gezin.

Maar onder dit sociale aspect gaat in feite een dieper en ernstiger realiteit schuil. Het huwelijk verenigt twee mensen in een lotgemeenschap, in de opgang naar de verwerkelijking van een ideaal dat niet de volheid van een aards geluk, maar de verovering van geestelijke, transcendentele waarden inhoudt, welke in het bijzonder door de christelijke Openbaring in al hun grootheid worden voorgehouden. Dat ideaal streven de echtgenoten gezamenlijk na, door zich te wijden aan het eerste doel van het huwelijk, de voortbrenging en opvoeding der kinderen.

Meerdere malen reeds hebben Wij het noodzakelijk geacht eraan te herinneren, hoe de bijzondere intenties van de echtgenoten, hun leven in gemeenschap, hun persoonlijke vervolmaking, slechts gezien kunnen worden als ondergeschikt aan het doel dat ze te boven gaat, het vaderschap en het moederschap “Niet alleen het gemeenschappelijke uiterlijke leven”, zeiden Wij in een toespraak tot de vroedvrouwen, op 1 oktober 1951, “maar ook de gehele persoonlijke verrijking, zelfs de intellectuele en geestelijke verrijking, het meest geestelijke en meest diepe van de echtelijke liefde als zodanig niet uitgezonderd. is door de wil van de natuur en de Schepper in dienst gesteld van de voortplanting”. (1) Zo luidt de onophoudelijke lering van de Kerk; elke opvatting van het huwelijk dat het in zichzelf zou dreigen op te sluiten, er een egoïstische jacht naar affectieve en fysieke genoegens, alléén in het belang der echtgenoten van zou dreigen te maken, heeft Zij verworpen.

Maar de Kerk heeft ook de tegenovergestelde houding afgewezen, die in de voortplanting de biologische daad van de persoonlijke relatie der echtgenoten zou willen scheiden. Het kind is de vrucht van de echtvereniging, wanneer zij zich in al haar volheid uitdrukt, door de werking van de organische functies, van de gevoelsbewegingen die ermee gepaard gaan, en van de geestelijke en belangeloze liefde die dit alles bezielt; het is in de eenheid van deze menselijke daad dat de biologische voorwaarden voor de voortplanting gelegd moeten worden. Nooit is het geoorloofd, deze verschillende aspecten zodanig van elkaar te scheiden dat, hetzij de intentie om kinderen voort te brengen, hetzij het echtelijk verband positief worden uitgesloten. De verhouding tussen vader en moeder enerzijds en hun kind anderzijds groeit op uit de organische daad, en meer nog uit de welbewuste handelwijze der echtgenoten die zich aan elkander overgeven en wier drang om zich weg te schenken ontluikt en zijn waarachtige bekroning vindt in het wezen dat zij ter wereld brengen.

Overigens kan alleen deze zelfopoffering, in de oorsprong zo edelmoedig en zo lastig in de verwerkelijking, wegens de welbewuste aanvaarding van de verantwoordelijkheden die zij met zich meebrengt, de garantie bieden dat de opvoeding der kinderen met alle vereiste zorg, moed en geduld ter hand zal worden genomen. Men kan dus stellen dat de menselijke vruchtbaarheid, boven het fysieke plan uit, belangrijke zedelijke aspecten heeft, die noodzakelijk in ogenschouw moeten worden genomen, zelfs wanneer het onderwerp vanuit medisch standpunt behandeld wordt.

image_pdfimage_print